Ondanks de huidige verloskundige richtlijnen start een op de vier zwangere vrouwen laat met prenatale zorg of krijgen ze minder consulten van verloskundigen in de eerstelijnspraktijk. Daardoor wordt er te weinig gebruikgemaakt van de beschikbare preventieve zorg. Dit concludeert Esther Feijen-de Jong van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) nadat ze 3.070 vrouwen volgde in hun traject bij de eerstelijns verloskundige, meldt NU.nl.
Met name vrouwen uit niet-Westerse landen, vrouwen met chronische ziekten, werkloze vrouwen of vrouwen die geen foliumzuur slikken krijgen te weinig preventieve prenatale zorg, bleek uit het onderzoek van Feijen-de Jong. Ook zag de onderzoeker dat de huisarts een belangrijke rol speelt in de zorg voor de zwangere vrouw. Daarom wil ze dat deze een belangrijkere rol krijgt in het proces. Om te voorkomen dat informatie over de zwangere verloren gaat, is het goed om de zorg in de eerstelijn te coördineren. Deze coördinatie draagt er ook aan bij dat het aantal onnodige medische interventies afneemt.
“Voorbeelden om de samenwerking tussen verloskundigen en huisartsen te verbeteren kunnen liggen in gezamenlijke huisvesting, gezamenlijke richtlijnen en geen gezamenlijke digitale omgeving”, zegt Feijen-de Jong.
©Nationale Zorggids
