Uitkomsten Kansrijke Start niet een-op-een toe te schrijven aan programma

Hoewel steeds meer gemeenten werken met het programma Kansrijke Start van de overheid, zijn de gezondheidsuitkomsten hier nog niet direct aan toe te schrijven. Volgens de Monitor Kansrijke Start is er meer tijd nodig om de uitkomsten te koppelen aan het programma. Dit meldt Skipr. 

In 2018 lanceerde het ministerie van Volksgezondheid het actieprogramma Kansrijke Start, waarin gemeenten en het Rijk samen met medewerkers van wijkteams, welzijnswerk, volwassen-ggz, geboorte- en jeugdgezondheidszorg, werken aan een kansrijke start voor zoveel mogelijk kinderen.

Valse start

In Nederland heeft ongeveer 16 procent van de kinderen een valse start bij de geboorte. Daardoor krijgen ze later fysieke en psychische problemen, suikerziekte, hart- en vaatziekten en overgewicht. Ook komen ze veel vaker in aanraking met jeugdhulp. Kansrijke Start richt zich op de eerste duizend dagen van het leven van kinderen (van 12 maanden voor de geboorte tot 2 jaar erna). Er is dus speciale aandacht voor kinderen die in een kwetsbare situatie zijn geboren.

Prenatale huisbezoeken

Het aantal deelnemende gemeenten is in 2022 toegenomen. Inmiddels heeft ongeveer tweederde van de gemeenten met een Impuls Kansrijke Start een lokale of regionale coalitie opgezet. Meer dan 50 procent van de deelnemende gemeenten een plan van aanpak. Steeds meer gemeenten voeren ook prenatale huisbezoeken uit en nemen deel aan programmaonderdelen en interventies, zoals CenteringZwangerschap en VoorZorg.

Hoewel er verbeteringen te zien zijn in de gezondheidsuitkomsten, is het volgens het RIVM niet mogelijk om de verbeteringen één op één te relateren aan de invoering van het actieprogramma. “Ook andere beleidsmaatregelen in bijvoorbeeld de geboorte- en jeugdzorg, preventie en het bredere sociale domein hebben hierop invloed”, schrijft het RIVM. Hoe dan ook, er was vorig jaar een lichte daling in het aantal premature baby’s en baby’s met een te laag geboortegewicht. Ook waren er minder nieuwe moeders met schulden en minder kinderen van moeders in meervoudige kwetsbaarheid.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky