Normal_depressie

Patiënten met een depressie worden er vaak door hun psychiater of psycholoog niet op voorbereid dat ze na een depressie een terugval kunnen krijgen. Een kleine 42 procent van de patiënten bespreekt samen met zijn behandelaar de eventuele alarmsignalen van een terugkeer en hoe een terugval te voorkomen is, blijkt uit een enquête van de Depressie Vereniging onder 470 mensen. Mensen met de juiste begeleiding zijn beter beschermd tegen een eventuele volgende depressie. Dat meldt Trouw. 

Bij één op de zes patiënten werd het onderwerp terugval helemaal niet besproken met de behandelaar. Terwijl het risico hierop erg groot is. De helft van de mensen die een eerste depressie heeft gehad krijgt een terugval, na een tweede depressie wordt het aantal nog groter: 70 procent valt weer terug. De uitkomsten van de enquête noemt hoogleraar klinische psychologie Claudi Bockting van de Universiteit Utrecht zorgwekkend. “Het is bekend dat je het risico op terugval met 25 tot 50 procent kunt verminderen. Dat mensen daar in de behandelkamer niet standaard op worden gewezen, vind ik ernstig”, zegt Bockting.

Om langer of voor altijd van een depressie af te komen zijn er enkele bekende methodes. De eerste is om antidepressiva te blijven slikken na genezing. Echter werkt dat niet bij iedereen. Daarbij wil niet iedereen medicatie blijven slikken als ze eenmaal genezen zijn verklaard. Bockting deed onderzoek naar een tweede methode met psychologische training. Mensen komen naar acht bijeenkomsten, waarbij ze meer inzicht krijgen in hun denkpatronen. Deze denkpatronen zorgen er voor dat hun negatieve gevoelens niet weggaan. De zogenoemde preventieve cognitieve therapie leert mensen om positieve patronen te omarmen en de oude patronen los te laten. Een laatste mogelijkheid is cognitieve gedragstherapie tijdens de depressie. Uit buitenlands onderzoek blijkt dat mensen hierdoor minder snel terugvallen.

De hoogleraar denkt dat veel cliënten niet openstaan voor het bespreken van bovenstaande methodes en dat behandelaars er daarom vaak niet over beginnen. “Voor veel mensen is depressie een hel. Aan het eind van de behandeling willen ze er niet meer mee bezig zijn. En de therapeut wil hun feestje niet bederven”, aldus Bockting. Daarbij is er door de bezuinigingen minder ruimte voor dergelijke preventieve methodes en therapieën. 

©Nationale Zorggids