Het belang van patiënten zal voortaan zwaarder wegen bij beslissingen over het al dan niet blijven vergoeden van een bepaald geneesmiddel. Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) vindt het nodig de maatschappelijke en ethische kant naar voren te halen na alle ophef vorig jaar rond de vergoeding van de medicijnen voor de ziekten van Pompe en Fabry. Dat meldt het Parool.
Bestuursvoorzitter Arnold Moerkamp van het CVZ sprak zich dit weekend uit over het vergoedingsbeleid. 'We wachten niet meer tot de technisch-wetenschappelijke kant van het onderzoek klaar is. Voor of tijdens dat onderzoek kijken we voortaan ook al naar de impact voor de betrokkenen bij het al dan niet schrappen van de vergoeding.'
Tijdens een hoorzitting over de medicijnen kwam Moerkamp vorig jaar oog in oog te staan met patiënten. 'Als je al die mensen ziet zitten in die zaal, in rolstoelen, sommigen aan de beademing, dan pas besef je echt dat alleen een wetenschappelijke benadering niet genoeg is om een beslissing op te baseren.' Moerkamp erkent dat het CVZ de impact van sommige bevindingen en suggesties destijds onderschat heeft. Door de economische crisis zijn dingen in een ander perspectief komen te staan. 'De vraag is nu: wat gaat er uit het pakket, niet meer wat er in komt. En dat is structureel anders. Mensen zijn gewend dat ze hun behandeling vergoed krijgen. Schrap je die behandeling uit het pakket, dan pak je ze wat af.'
Vorige zomer lekte een conceptrapport van het College voor Zorgverzekeringen uit waarin stond dat de medicijnen tegen de ziekten van Pompe en Fabry te weinig effect hadden en te duur waren. In het document werd geopperd om de medicijnen uit het basispakket te schrappen. Dit leidde tot grote verontwaardiging. Uiteindelijk adviseerde het CVZ om de medicijnen te vergoeden uit een apart potje in plaats van uit de basisverzekering. Minister Edith Schippers voelde daar echter niets voor. Zij onderhandelt nu met de fabrikanten om de prijs van dit soort medicijnen omlaag te krijgen.
© Nationale Zorggids
